Het oh zo zware Expat leven

16 januari 2017

De eerste maand in India zit er op (nog zonder enige las van m’n buikje, waar alle expats hier zwaar van onder de indruk zijn) en ondertussen begint mijn werk hier ook enigszins vorm te krijgen. Het is echt een wereld van verschil met Nederland, en ondanks dat het over het algemeen ontzettend leuk is, heb ik vorige week ook de twee meest frustrerende dagen ever gehad.

Wat hier namelijk (volledig generaliserend beschreven) gebeurt is dat ten eerste iedereen voor zich werkt. Teamwork kent met hier niet zo, dus iedereen gaat voor z’n eigen succes. Bovendien werken ze allemaal in schakels. De eerste persoon doet een stukje, geeft het door aan de volgende persoon die weer een stukje doet, enzovoorts. Daardoor voelt niemand zich 100% verantwoordelijk voor een eindresultaat, en zijn ze hier bijzonder gemakkelijk in het taken afschuiven, of niet uitvoeren. Ik ben hier onder andere bezig met een voorspelmodel, om uitstroom van klanten te voorspellen (zodat we de uitstroom kunnen verminderen). Ik zit dus lekker in onze oracle database te query-en, om een mooie dataset samen te stellen. Nou had ik van een collega van het call center een excel bestand met NPS gegevens gekregen, die ik graag aan mijn dataset wilde toevoegen. Normaal gesproken een kwestie van even de excel file uploaden naar de oracle omgeving en de data joinen en klaas is kees, waarvan stap 1 in principe niet langer dan 5 minuten hoort te duren. Hier was het echter een ander verhaal, aangezien ik blijkbaar niet de rechten had om een excel file te uploaden. Daarom moest ik eerst rechten zien te krijgen, maar dat moest het database team regelen. Het database team is van een externe partij en zit hier niet op kantoor, dus die moesten gebeld worden. Maar die konden dat niet doen voordat ik toestemming had van het IT team van Aegon. Gelukkig wilde een collega van het IT team wel even bellen met toestemming, heel fijn. Dus met de gedachte dat het wel geregeld zou worden, vroeg ik me twee uur later af waarom ik nog steeds niet kon uploaden. Dus weer bellen. Bleek telefonisch akkoord niet goed genoeg te zijn, het moest schriftelijk, via de mail. Niemand die dat ook even uit zichzelf meldt. Dit ging eindeloos door, waardoor het me uiteindelijk praktisch 2 volle dagen gekost heeft om een excel in de database te krijgen, wat een hel! Ik was na twee dagen echt volledig gesloopt, en geen stap verder gekomen!

Het is hier heel opvallend dat de hiërarchie voor een soort van blokkade zorgt. Mensen zijn hier gewoon heel erg gewend (wederom: volledig generaliserend gesproken) om opdrachten uit te voeren van hoger af, en niet om zelf na te denken of vooruit te kijken. Het nadeel hiervan is dus dat je eigenlijk echt volledig op micro niveau alles moet managen, echt gerichte opdrachten geven en blijven controleren of het wel uitgevoerd wordt. Het voordeel hiervan (voor mij persoonlijk dan), is dat er nog zo veel punten op verbetering zijn hier dat je gemakkelijk impact kan maken. Ik ben ook echt razend enthousiast over de twee projecten die ik uiteindelijk uitgevoerd wil hebben voordat ik weg ga. Als eerste dus een churn model, het tweede is een stukje automatisering van ons rapportage proces, wat nu echt nog zo ontzettend ouderwets gaat. Alles met de hand, terwijl we zoveel fijne programma’s voor automatisering tot onze beschikking hebben. Ik hoop echt dat het lukt in de resterende tijd!

Op werk gebied gebeurt er dus van alles, maar ook daarbuiten zit ik uiteraard niet stil. Met Loes heb ik nog een heerlijk laatste weekend gehad, waarbij we naar Dharavi zijn gegaan, de grootste slum uit Azië, waar ook de film Slumdog Millionair is opgenomen. Bijzondere ervaring! Dharavi ligt op een van de beste locaties van Mumbai, precies in het midden, tussen alle hot spots in. Er wonen meer dan een miljoen mensen op een oppervlakte van minder dan 2 vierkante kilometer en ze genereren meer dan 600 miljoen dollar omzet per jaar door recyclen van plastic & aluminium, en door de productie van textiel, leer en potten. Er is een woon gedeelte en een werk gedeelte, wat echt heel pauper is, en waar de mensen dusdanig weinig verdienen dat ze niet eens in het woongedeelte zouden kunnen wonen, daar is het te duur. De mensen die er werken zijn vaak mensen van andere gebieden, niet uit Mumbai, die hier naartoe zijn gekomen om geld te verdienen voor de familie thuis. Ze werken in de meest barre ongezonde omstandigheden (plastic verbranden, zonder enige vorm van bescherming, continue giftige stoffen inademen) en verdienen ongeveer 400 IND per uur, wat ongeveer €0,50 is. Geen lange levensverwachting, maar ze doen het voor de familie en werken als een dolle. We waren op een gegeven moment bij een ruimte waar ze aluminium aan het smelten waren. Bloedheet binnen (we zijn niet naar binnen gegaan, maar dat voelde je al van afstand) in een ieniemienie ruimte. Binnen was een man aan het werk, en buiten zat zijn collega van z’n pauze te genieten. Zijn ogen waren knalrood en hij keek alsof hij niet meer helemaal van deze wereld was, echt verschrikkelijk, je zag gewoon dat hij volledig vergiftigd was.

Dan is er ook een woongedeelte, wat eigenlijk minder armoedig was dan veel andere plekken in Mumbai. Alhoewel de meeste mensen die er wonen wel de wc moeten delen, en voor al die mensen zijn er maar 700 toiletten, dus qua hygiëne laat het nogal te wensen over, maar toch geloof ik dat er een hoop inwoners van Mumbai slechter af zijn dan de inwoners van Dharavi. Het eerste stuk is het moslim gedeelte, met een heleboel kleine gangetjes tussen alle ieniemienie huizen door. Overal hangen elektriciteitsdraden en je moet bukken om die niet te raken. Hoe mensen daar overleven tijdens de moesson is mij een raadsel! Vervolgens kom je in het Hindoe gedeelte, wat er bijzonder goed uit zag. Huizen goed onderhouden, veel meer ruimte en veel schoner. Dit komt omdat er in de Hindoe week voornamelijk twee verdieners zijn, daar waar in de moslim wijk de vrouwen niet werken. Al met al was de slumtour heel indrukwekkend dus.

Nu Loes weer naar huis is heb ik me weer vol op het expat leven gestort. Ik leef echt als een koning(in), gênant hoe lui ik hier ben. Ik heb thuis geen keuken, dus ik moet wel elke dag uit eten of iets bestellen. Ik zit dus een paar keer per week met collega’s of andere expats in een restaurant, het kost gelukkig toch geen drol. Dan wordt mijn appartement elke dag schoongemaakt en ga ik elke dag met de taxi naar werk. Dat wordt wat als ik straks terug ben en weer moet koken, schoonmaken, boodschappen doen etc.

Gelukkig ben ik ondertussen fanatiek naar de sportschool aan het gaan, anders zou ik volgens mij als een tientonner weer terug naar Nederland komen. Ik doe hier aan functional body training en het is echt heerlijk. Lekker met een groepje volledig afgebeuld worden door een Indiër die continu schreeuwt: “faster, faster!!”. Ik leef in een continuüm van spierpijn, maar dan op zo’n hele fijne “ik voel dat ik wat gedaan heb” manier. En ik heb me ingeschreven voor een halve marathon in februari. Ik hoop dat het uiteindelijk gaat lukken, want het lukt me niet om te betalen (de website heeft issues), maar ik heb ondertussen contact met de organisatie dus ik hoop dat het goed gaat komen. Ik ben ook wel benieuwd hoe dat zal gaan, want ik kan hier alleen op de loopband trainen (saaiste ever!) en dan moet ik straks om 5 uur ’s ochtends op de slecht onderhouden wegen in de enorme vervuiling 21km gaan rennen, ik vermoed dat het geen record tijd gaat worden!

Wat ik echt geweldig vind hier is hoe makkelijk je mensen leert kennen. Ik had verwacht nog wel een hoop eenzame momenten hier te hebben, maar ik heb al zoveel leuke Nederlanders, Belgen en Indiërs leren kennen dat ik altijd wel wat te doen heb. Van het weekend geweldig op stap geweest in Mumbai. Mumbai is echt bijzonder hip vind ik, met allemaal leuke restaurantjes, barretjes en discotheken. Zo zijn we begonnen in de Bar Stock Exchange, waar de prijzen van je biertjes afhangen van de koersen. Het ene moment betaal je 80 IND voor je biertje, een uur later kan het zo maar 82 IND of 78 IND zijn, hoe briljant is dat? We waren met een clubje vanuit het Nederlandse consulaat, nog een Nederlands stelletje, een aantal backpackers en een groepje Indiërs uit Delhi, allemaal mensen die ik in de eerste week op het kerstfeestje van de KvK had leren kennen, extreem gezellig. En aanstaande donderdag is er eindelijk weer een Cigar Club sessie, waar ik bijzonder naar uit kijk! De Cigar Club evenementen zijn alleen voor genodigden, en je komt er alleen binnen als iemand die er al lid is je meeneemt naar een event. Heel geheimzinnig allemaal, maar het schijnen hele leuke borrels te zijn, en geen ouwe mannen sigarenclub zoals het klinkt. Ik ben benieuwd!

Ik zit overigens ondertussen al mega lekker in de Hindi woordenschat hier. Ik heb van allerlei collega’s hier leuke zinnen geleerd, die bijzonder goed van pas komen. Ik ken ze uiteraard alleen in fonetisch Hindi, maar het werkt:

• Oeloe mak banau: Dit is echt mijn favoriet. De letterlijke vertaling is: ik ben geen uil. Het is een soort van “Ik ben gekke Henkie niet”, of “Don’t make a fool out of me”. Briljante zin om te gebruiken als de Riksja of een fruitkraampje of iets in die trant je overduidelijk probeert te naaien. Het is echte Mumbai slang en als je de zin gebruikt denkt iedereen hier dat je hier al jaren woont, en je maakt meteen vrienden. Het nadeel alleen is dat mensen dan ook meteen denken dat je Hindi spreekt, en beginnen honderduit te praten. Dan komt het volgende woordje weer goed van pas.

• Choepraho: Shut up! Wat ik natuurlijk niet echt gebruik als mensen in alle vrolijkheid Hindi tegen me aan lullen. Maar op werk is het wel leuk om te zeggen, als je even geconcentreerd wilt werken en niet te veel wilt kletsen. Collega’s vinden het hilarisch als ik zo grof iemand tot stilte maan, dus ze accepteren het allemaal met een grote lach.

• Pakamet: Deze heb ik eigenlijk nog niet gebruikt, maar het betekent: “Don’t bore me”, als je vindt dat iemand een heel saai verhaal vertelt.

• Koetsj Jugad Kar do: Deze heb ik geleerd toen ik vorige week het liefste wilde huilen van frustratie omdat ik mijn excel niet geupload kreeg. Het betekent: “Kan je niet even een shortcut bedenken”, om de zaken niet via de officiële weg, maar wel via een snellere weg te regelen.

• Chello: Dit wordt samen met TK het meest gebruikt hier, en betekent simpelweg: “Let’s go!”

• TK: Ok!

• Chel watak: Dit is ook handig, als er weer een groep Indiërs rond je hangt voor de tien miljoenste foto waar je geen behoefte aan hebt. “Get lost”

• Meng Nederland kee hoong: Ik kom uit Nederland, ook heel leuk om in het Hindi te zeggen!

Het streven is om elke week een nieuwe zin aan mijn repertoire toe te voegen!

Alles nog helemaal volop onder controle dus, ik hoop dat alles in Nederland ook goed gaat!

Liefs, Marleen

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

4 Reacties

  1. Mama:
    16 januari 2017
    Never een dull moment bij jou.
    Ria gebruikt in Bangladesh de uitdrukking TIB, ( This Is Bangladesh) als het niet gaat zoals ze gedacht had. Voor India vast ook goed te gebruiken: TII of TIM. Mama
  2. Kees tammens:
    16 januari 2017
    Ik zit dus lekker in onze oracle database te query-en, om een mooie dataset samen te stellen.
    'Dat meisje is lekker bezig', denk ik gerustgetseld. Mooie verhalen over het werken daar. Ga door Marleen!
  3. Paul:
    16 januari 2017
    Na een paar dagen Poona glijdt toch alles Zen van je af?
  4. Ineke de Bruin:
    17 januari 2017
    Hoi Marleen, top daar dus en vooral hard oefenen in zen blijven bij vertraging.
    Hier gaat alles ook niet steeds in topsnelheid.
    Succes!!!